Dinosaurussen opgraven
Veel musea hebben één of meerdere echte dinosaurusskeletten, maar wist je dat het heel moeilijk is om deze te vinden? Dat komt vooral omdat dino’s zo ontzettend lang geleden leefden dat daarom de resten van de meeste dinosaurussen gewoon vergaan zijn. Ook de lichamen van dino’s beginnen namelijk gewoon op te lossen als ze sterven. In een heel klein deel van de gevallen blijven er wel resten van een gestorven dino bewaard, en die resten noemen we fossielen. Op deze pagina kun je lezen hoe deze dinosaurusfossielen ontstaan en hoe deze worden opgegraven.
Het ontstaan van fossielen
Fossielen kunnen alleen onder hele specifieke omstandigheden ontstaan. Ten eerste helpt het heel erg als de dino zo snel mogelijk nadat hij gestorven is bedolven raakt onder zand, aarde of water. Dino’s hielden geen begrafenissen, dus als dat gebeurde was het puur toeval. In bepaalde typen grond blijven de lichamen heel goed bewaard. Het is hierbij vooral belangrijk dat er geen zuurstof of vocht bij de dino kan komen, terwijl lage temperaturen en veel zout in de grond ook kunnen helpen om de resten beter te conserveren. Hoe langer de dino is begraven, hoe meer nieuwe lagen grond er boven op hem ontstaan. Hierdoor komt er steeds meer druk op de dino en de omliggende grond te staan. Uiteindelijk zal de grond om de dino heen hierdoor verstenen, en gaat de dino zelf deel uitmaken van het gesteente. Als dit is gebeurd, en de dino dus helemaal vastzit in het gesteente, is hij een fossiel geworden. Voorbeelden van gesteente waar vaak dinosaurusfossielen in gevonden worden, zijn kalksteen en zandsteen. Vaak zie je bij dit soort gesteente zelfs nog de samengeperste laagjes grond!
Dinosaurus fossielen vinden
We weten nu hoe fossielen ontstaan, maar hoe vinden we ze terug? Ze kunnen natuurlijk overal liggen. Dit is deels waarom het zo moeilijk is om dinosaurusskeletten te vinden. Een paar dingen kunnen wel helpen bij het zoeken. Tenzij je op zoek bent naar resten van bijvoorbeeld de plesiosaurus, die de zeeën onveilig maakte, heeft het geen zin om naar dinobotten te zoeken in gesteente dat onderwater is gevormd. Ook heeft het geen zin om op plekken te zoeken waar geen gesteente aan het oppervlak ligt, zoals op de meeste plekken in Nederland. Als je eerst honderd meter diep moet graven voordat je dino’s tegen kan komen, dan vind je natuurlijk nooit iets! Je moet dus op zoek naar een plek waar precies het goede gesteente aan het oppervlak ligt, en daar zijn maar een paar plekken op de wereld goed voor geschikt. De bekendste plekken zijn de Gobiwoestijn in Mongolië en China, het Midwesten van de Verenigde Staten en bepaalde gebieden in Argentinië. Met name woestijnen zijn geschikt, omdat je daar bijna overal direct kunt zien of er iets ligt door de afwezigheid van begroeiing, en je kunt er eigenlijk overal graven zonder dat er bijvoorbeeld huizen in de weg staan.
De opgraving
Als je dan eenmaal een dinosaurusbot in de grond ziet, moet je goed oppassen, want vaak zijn ze best kwetsbaar na zo’n lange tijd onder de grond. Het is daarom het beste om zo voorzichtig mogelijk om het bot heen te graven, en daarna het geheel in te pakken met gips. Zo kunnen de botten veilig vervoerd worden naar het laboratorium, waar de botten beter schoongemaakt worden, en het onderzoek begint. Als je geluk hebt, vind je een paar botten aan elkaar. Dit maakt het makkelijker om een model van het skelet te maken. Als je alleen maar losse botten vindt, wordt het een grote puzzel. Zodra je een volledig skelet bij elkaar hebt gevonden, kun je kijken waar de spieren zaten en hoe groot deze waren. Op die manier kun je een heel goed beeld krijgen van hoe een dinosaurus eruit heeft gezien, maar er zijn natuurlijk nog steeds heel veel vragen te beantwoorden. Word jij later ook dinosaurus-onderzoeker?
Zelf een dinoskelet opgraven?
In het Dino Experience Park kun je zelf delen van dinosaurusskeletten opgraven! Wil je meer weten over wat je kunt doen in ons Dinopark? Ontdek het park hier!
Ontdek het park